Overjas

  De opgevouwen zware jas
  lijkt op een groot zwart dier dat slaapt;
  zo zacht streelt het een stille huid,
  het haakje dat mij in een tijd omsluit,
  de warmte is van haar.

  Ik wil niet denken aan wat hij ooit
  eerder is geweest, maar dat hij kou
  verdrijft, de kalmte waar je in kunt kruipen
  en hoe ik hem, nooit met feiten,
  op zieke lijfjes heb gevlijd.

  Al oud, het misdrijf is verjaard.
  Al dood, haar trotse rijkdom vol met gaten.
  Hoe het ligt met armen
  die je om je heen kunt slaan, de troost
  maakt dat ik ondraaglijk heb bewaard.


  ds 2014
Di Storia Haakje Soli 2014