Kralen

Ooit, bij het graven in de tuin, vond ik de komma-achtige kralen terug die dubbelgeregen aan dunne elastiek hadden gezeten. Blauwe armbandkralen. Ik weet nog hoe verbaasd ik was toen ik de armband kreeg, op een verjaardag, en ik was niet jarig. Ik was gast. Een gast die uitgenodigd was omdat mijn zusje voor een kleine ingreep naar het ziekenhuis moest; zo was ik even onder de aardige pannen. Het feest voelde ongemakkelijk, ik ben nooit een feestvierder geweest, zeker niet als er spelletjes aan verbonden waren, zoals koekhappen of zaklopen. Waar een ander in mijmering verzinkt als die herinneringen bovenkomen, voel ik mij nog steeds die vreemde eend in de bijt.
Toen het gras plaatsmaakte voor een rond kinderkopjesterras, vond ik mijn armbandkralen terug. Het elastiek moet geknapt zijn tijdens het spelen. Misschien heb ik ernaar gezocht, misschien heb ik er wel een paar teruggevonden die in de loop van de tijd weer kwijtgeraakt zijn. Ik hield drie felblauwe kralen in mijn hand en keek blij verwonderd naar een armbandje dat om mijn pols geschoven werd toen ik werd opgehaald. Thuis moest ik muisstil zijn omdat mijn zusje sliep.
Ik bewaarde de armband als een kostbare schat. Daarna stopt de herinnering. En ook de kralen uit de tuin verdwenen.

Er ligt een kraal in de tuin, gevonden voor hij in de grond is verdwenen. Het blauw op de top lijkt op de kleur van mijn armband. Ik was vier en ik wilde naar huis.

Di Storia, Kraal, Soli
 

Mispoes

 Er ligt een kat op tafel, Loemel,
 en eentje op het matje bij de kast, Saar.
 En op het blauwe kussen
 trekt Juup zich snorrend uit.
 Er zit er een op de vensterbank, Dolfje,
 nee, twee, nog een achter de plant, Heks.
 Eentje rent de gekke vijf minuten, Leen.
 Een draaft de trap af en krabbelt, Zowie,
 aan de deur. En op de kop van de stoel voor het raam
 ligt languit Bink te geeuwen
 naar de merel in de tuin.

 Ze willen allemaal op de bank als wij daar zitten,
 wringen voor de beste plek. We moeten
 ‘meppen’ als we eten.
 Ze zijn soms met teveel.

 Maar sinds vorige week springt geen kat meer
 alle deuren open, ligt er geen
 voor de ondertiteling van de tv,
 is er geen die blauweplekkenkopjes geeft,
 is het leeg tussen Jets hondenpoten,
 ligt zij alleen in een zaligluie slaap:

 er is een kat dood, Mikkel,
 het voelt hier treurig stil.

Di Storia, Mikkel, Soli