De verbijstering maakt alle woorden stil. We zijn vluchters in een spiegelende straat bij het uitvaartcentrum. We roken of doen alsof om maar even niet gewoon door te ademen. We willen er niet in geloven, leven zonder hem maar vonden dat met hem ook al ongeloofwaardig. (12-11-2010)
We waren meer dan dertig jaar vrienden, groeiden praktisch met elkaar op. Hij was de vriend van mijn vriend die jaren later mijn man werd. Hij was mijn getuige bij mijn huwelijk en was er ook getuige van hoe een huwelijk wreed kan breken. Maar vriendschap hoeft niet te breken, niet te kiezen, al deed het hem pijn om het onomkeerbare tussen zijn vrienden niet ongedaan te kunnen maken.
Het was een innige vastgegroeide vriendschap tussen ons die alle ruimte liet en die nu na zijn dood, precies drie jaar geleden, gapend zwart zichtbaar is tussen ons, zijn vrienden.
‘Ik zal de vissen niet meer vrijlaten’, zeg ik hardop.
We waren achttien, trokken de horizon achter ons aan. We gingen forel vangen voor het avondeten; zaten in een gammele roeiboot.
De vissen zwommen hun dood tegemoet in het net en ik liet ze vrij. Hij werd boos: of ik soms op een houtje wilde bijten?
De gebakken forel was lekker, hij had ze met citroen en kruiden in zilverfolie gewikkeld, stukken beter dan een karig houtje. Zie je nou wel, zegt zijn stem…
Ik heb een dialoog in mijn eentje. Even daarvoor kwam hij binnen. Hij rook naar buiten. De wind waaide met hem mee. Ik kan me niet meer herinneren welk jasje hij aanhad maar zijn geur heb ik onthouden en dat karakteristieke hoedje.
Ik klop melk op in een steelpan. Hij dronk zijn koffie zwart behalve als ik opgekookte melk klopte. Op de een of andere manier als ik driftig schuim sla, zit hij aan tafel. We praten. Ik praat, hij luistert.
‘Je hebt mijn nieuwe huis, mijn inrichting niet meer kunnen zien. Vrijwel alles gekregen. Opgeknapt. Ik voel me er goed bij en het past ook meer bij mij. Moet de muren nog doen, de kast…’
Ik kijk naar de lege plek, zijn vaste plek als hij er was, het hoedje dat onzichtbaar prominent op tafel ligt en naar de stoel waar hij nooit op heeft gezeten.
Maar hij is er nu even, mijn beste vriend, en ik leid hem in gedachten rond. Hij had zich zorgen gemaakt over mij, de scheiding.
‘Maak je geen zorgen over mij. Alles is goed zoals het is gegaan’, zeg ik alsof hij mij kan horen. ‘Maar je had niet dood moeten gaan. Dan had ik je dat nog kunnen vertellen’.
Hij had zijn warme handen op mijn schouders gelegd en ik had even tegen hem aangeleund omdat ik, nog in een verdrietige cirkel, niet wist dat het goed was. Hij voelde zich toen net zo onmachtig als ik.
Nu leg ik zijn handen, bijna voelbaar, terug en zeg nog een keer dat het goed is gegaan met mij. En dat ik hem verdomme mis. Maar dan is hij al weggegaan, zoals hij ook, toen hij nog leefde, altijd maar een kleine twee uur bleef, naar zijn vrouw en kinderen die hem harder missen dan ik. Maar goede vrienden komen altijd terug.
zonder woorden, met een zoen
LikeLike
Dank je, last van een klotedag :-) Vandaag meer aanwezig. x
LikeLike
Zo gaan die dingen.
“de stoel waar hij nooit op heeft gezeten”
Schitterend! Zo heb ik nogal wat stoelen waar zij nooit op heeft gezeten. En wat zou het mooi zijn als je kon laten zien dat je het zonder hem/haar ook goed redt.
LikeLike
Dat zou ik inderdaad graag willen laten zien.
Heel fijne reactie, Han, blij mee.
LikeLike
prachtig: jouw woorden, de druppel aan de appel
misschien kijkt hij wel mee…
LikeLike
Misschien wel, zou mooi zijn…
Dank h.
LikeLike
Wat een mooi begin ook.
Dit gaat over liefde
Vriendschap die tijdloos is
Daar kan geen dood tegenop
LikeLike
Het slijt niet, maar dat hoeft ook niet want hij was er onvoorwaardelijk voor al zijn vrienden en dat was geheel wederzijds. Bijzondere vriendschap blijft tijdloos, ja.
Dank je wel, Svara
LikeLike
Svara heeft gelijk.
LikeLike
Uiteraard…
LikeLike
Een hartverwarmend gerecht uit de keuken van verdriet.
Ze zijn niet weg Soli, keren na believen terug.
Wonen weliswaar in jou gedachten
waar goed voor ze wordt gezorgd.
LikeLike
Ik lees, voel en herken het verdriet. Het gat groeit langzaam dicht maar het litteken is tastbaar aanwezig en het stoort niet. Als je er per ongeluk over wrijft open je de sluis van de waterval aan herinneringen. Eerst is het water te koud maar weet dat je je na je douche terug monter voelt. Zo zou hij het ook willen.
Vrienden sterven niet maar gaan, en zo lang ze in je hart zitten zijn ze niet echt weg.
LikeLike
Met dank. Ik doe mijn best om het te voelen.
LikeLike
Aangrijpend.
LikeLike
Het is wennen, de ene keer beter dan de andere.
LikeLike
En nooit gaat het voorbij.
LikeLike
nee, nee…maar deze vriendschap heeft me veel geleerd en ook veel moois nagelaten waarmee verder kan gegaan…
LikeLike
Net pas gelezen, zit hier nu met kippenvel
LikeLike
Blijft onwerkelijk. Dank je voor je reactie, Gitte.
LikeLike